Molen Nieuw Leven in Valburg is een standerdmolen en is gebouwd in 1750 door een van de heren van de Musschenberg en was een dwang molen. Dit bekende dat alle boeren in de omgeving hun graan bij Nieuw Leven moesten laten malen. Later zijn meerdere molenaren eigenaar van de molen geworden en als laatste, de familie Hooyer. In 1992 heeft de gemeente Valburg de molen van de fam. Hooyer gekocht en overgedragen aan d huidige eigenaar de stichting Opnieuw Leven.
In begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw is de molen afgebrand en weer opgebouwd. Echter doordat meel, met windmolens, niet meer exploitabel kon worden gemalen is de molen in verval geraakt. De fam. Hooyer en de stichting waren overeengekomen om de molen naar de huidige locatie te verplaatsen. In 1997 kon de stichting opdracht geven om de molen te restaureren, hierbij is ongeveer 75% van de constructie vervangen en in mei 1998 is de molen officieel geopend. Bij die restauratie heeft de molenmaker vers hout gebruikt. Dit is hout wat geen verouderingsproces heeft ondergaan. En is zwam en ongedierte zoals houtworm niet gestopt.
In 2020 begon de standerd, de kolom waar het molenhuis op staat, grote scheuren te vertonen en de steenbalk, dat is de hoofdbalk van het molenhuis, begon zwam te vertonen. In 2021 heeft de stichting besloten onderzoek te laten uitvoeren om conditie van de standerd en steenbalk te laten bepalen. Uit dit onderzoek bleek dat de standerd en de steenbalk vervangen moesten worden omdat van beiden alleen de buitenste 20 cm nog hout was. Tevens zijn de 2 roeden op corrosie gecontroleerd en was vervanging binnen enkele jaren ook nodig. Deze zijn dan ook, met de zeilen, vervangen
Na overleg met overleg met de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed is besloten een stalen prothese voor de standerd te maken en de oude als planken er tegenaan te monteren en de steenbalk uit te hakken en op te vullen met epoxy staven en kunsthars. Voor het reguliere onderhoud is het molenhuis opnieuw in de verf gezet omdat dat makkelijker en sneller gedaan kan worden. Met behulp van onder andere Overbetuwe Doet, de Provincie Gelderland, het Molenfonds, Omgevingsfonds Knoop38 en anderen is deze grote restauratie gerealiseerd.